Vandaag verscheen in het Algemeen Dagblad een artikel met de titels: ‘ Preventieve borstamputatie blijkt niet noodzakelijk’ (internet) en ‘afzetten borst vaak onnodig’ (krant). BRCA2-mutatiedraagsters die een preventieve borstoperatie hebben ondergaan, vragen zich door dit artikel misschien af of zij onnodig een preventieve operatie hebben laten verrichten.
Voor deze ongerustheid is geen reden.
Het artikel beschrijft dat BRCA2-mutatiedraagsters die kozen voor minimaal jaarlijkse intensieve borstcontroles in plaats van een preventieve operatie, een laag risico (2%) hadden om te overlijden aan borstkanker. Bij BRCA1-mutatiedraagsters die kozen voor borstcontrole, was het risico om te overlijden aan borstkanker iets hoger (7%).
Na een preventieve operatie was de kans om te overlijden aan borstkanker praktisch nihil voor zowel BRCA1- als BRCA2-mutatiedraagsters. Doordat de sterfte door borstkanker bij BRCA1 mutatiedraagsters überhaupt net iets hoger ligt dan bij BRCA2, leidt een preventieve operatie bij BRCA1 tot een net iets grotere verlaging van de borstkankersterfte dan bij BRCA2-mutatiedraagsters.
Maar niet alleen de sterftekans hoeft een reden te zijn om een preventieve borstoperatie te overwegen. Het alternatief is levenslang jaarlijks (of nog vaker) intensief borstonderzoek. Hierbij wordt bij ongeveer 70 van de 100 BRCA1- en BRCA2-mutatiedraagsters voor het 80e jaar borstkanker vastgesteld. Onder de mutatiedraagsters in de studie die borstkanker kregen, had naast een borstoperatie, de helft chemotherapie ondergaan, een derde 5 jaar of langer hormonen gebruikt en was ongeveer een kwart behandeld met bestraling.
De jaarlijkse controles kunnen voor sommige vrouwen een terugkerende bron van onrust zijn. Een preventieve borstoperatie neemt het risico op borstkanker zo goed als weg, en hiermee de noodzaak om deze jaarlijkse borstonderzoeken en de eventuele borstkankerbehandeling te ondergaan.
Het blijft een persoonlijke keuze tussen preventieve operatie of regelmatige borstcontroles, die iedere vrouw met een erfelijke aanleg voor borstkanker in overleg met haar arts zelf maakt nadat zij goed geïnformeerd is over de voor- en nadelen.
Marleen Kets,
voorzitter Werkgroep Klinische Oncogenetica (WKO) van de Vereniging Klinische Genetica Nederland (VKGN)
Marieke van Dooren,
vicevoorzitter Vereniging Klinische Genetica Nederland
Matti Rookus,
secretaris Hereditair (=Erfelijke) Borst- en eierstokkanker Onderzoek Nederland (HEBON)
In dit document kunt u het originele onderzoeksartikel lezen. Daarnaast kunt u hier de reactie van de auteurs lezen.
RT @GeneticAMS: Van harte gefeliciteerd prof. Mieke van Haelst met de benoeming tot hoogleraar Klinische Genetica na deze prachtige oratie!…
RT @CRavenswaaij: Klinisch genetici en kinderneurologen van @UMCG en @UMCGgenetica zijn nu voor hun 10e missie in Suriname. Gisteren werd d…
RT @NHGRI_Director: 70 years ago today, two scientists walked into a pub and announced they had just “found the secret of life,” referring…